DE KANDITATEN

Martin Aart de Jong

Pieter van Diepen

Rosa Poell

Raymond Tilma

Zoë van de Kerkhof

Lees het gedicht dat Martin schreef voor de eerste opdracht voor de finale hier.

Lees het gedicht dat Pieter schreef voor de eerste opdracht voor de finale hier.

Lees het gedicht dat Rosa schreef voor de eerste opdracht voor de finale hier.

Lees het gedicht dat Raymond schreef voor de eerste opdracht voor de finale hier.

Lees het gedicht dat Zoë schreef voor de eerste opdracht voor de finale hier.

Als stadsdichter van Leiden wil ik:

Als stadsdichter zou ik vooral een poëzie ambassadeur willen zijn. Naast gedichten schrijven en voordragen zou ik ook willen samenwerken en verbinden. Willen bijdragen aan meer activiteiten op poëziegebied. In het verleden presenteerde en mede organiseerde ik de Leidse slam of poëzieslag, voordrachten in competitieverband. Dat wil ik in ieder geval eens per jaar laten plaatsvinden.

Ook de hilarische tegenhanger ervan, de Dobbelslam waarbij dichters aan de hand van hun worp met een tienzijdige dobbelsteen worden beoordeeld door een jury die op haar beurt door het publiek wordt beoordeeld wil ik weer op de literaire ladder. Ook zou ik schrijfbijeenkomsten willen houden. In de vorm van een workshop of volgens het principe van “shut up and write”, in stilte werken aan een gedicht. Maar ook een Open Podium, en een poëzie evenement met meer ervaren dichters staan hoog op mijn lijstje. In het verleden organiseerde ik met Han Ruijgrok Dichters op Terrassen en ook Dichter bij de Bar. Dat zou ik graag in een soortgelijke vorm  weer willen zien plaatsvinden. Maar kleinschalige voordrachten op bijzondere op plekken als bijvoorbeeld brugwachtershuisjes lijken me ook wel wat! Ik heb vorig jaar gedichten geschreven bij kunstwerken van elf Leidse kunstenaars. ELF heet het project. Daarnaast treed ik regelmatig op met muzikanten en een DJ, beter bekend als Brommerdief en NV de Nieuwe Wanhoop.

Op YouTube is meer hierover te vinden.

Mijn lievelingsplek in Leiden is:

Mijn favoriete plek in Leiden is Leiden. Van het Cronesteyn Park tot de Broekpolderbrug. Van de stegen in het centrum tot de Haagse Schouw. Er valt veel te ontdekken in de stad. Het liefste peddel ik op een vroege zomerochtend in een kajak door de gracht met de zon mee.

Ik zou nog wel eens een gedicht willen schrijven over:

Ik zou wel een gedicht willen schrijven over alles wat zich in de stad heeft afgespeeld. Over de immense geschiedenis van eeuwen. Maar de tijd laat zich moeilijk grijpen door woorden. De tijd zit in de stenen van de huizen. In het water van de gracht.

Als stadsdichter van Leiden wil ik:

toegankelijke gedichten maken, lichtvoetig als het kan, ‘ernstiger’ als dat beter past.


Mijn lievelingsplek in Leiden is:

het Pieterskerkhof, een prachtig, intiem, verstild pleintje. En voor mij op loopafstand.


Ik zou nog wel eens een gedicht willen schrijven over
:

de middelbareschooldiploma-uitreiking van mijn kleinkinderen. (Die zijn nu 7, 5 en 2, dus ik moet nog wat jaartjes mee – ik ben 72).

Als stadsdichter van Leiden wil ik:

mens en stad met woorden verweven. Om het even lekker abstract te zeggen! Nu wat concreter. Leiden staat natuurlijk bekend om haar muurgedichten (voornamelijk onder de wat oudere generaties, in mijn ervaring). Poëzie is op deze manier al deel geworden van ons dagelijkse leven. Maar om de poëzie van nu echt te laten leven, is er meer nodig dan geschreven tekst. Ik zou dus bijzondere aandacht willen besteden aan evenementen die mensen kennis laten maken met de dichtkunst op een andere manier dan ze gewend zijn. Mijn ideeën deel ik graag met jullie tijdens mijn gesprek met Sleutelstad!

Mijn lievelingsplek in Leiden is:

non-existent. Ik ben vreselijk slecht in kiezen. Maar ik word bijvoorbeeld erg blij van de wandeling van de Pieterskerk naar het Academiegebouw en langs het komkommerhof naar de Vliet. Die naam komkommerhof alleen al. Tijdens de lockdown was dit ommetje mijn ochtendritueel, zo heb ik met misplaatste trots meerkalfjes zien opgroeien tot meerkoeten in de gracht langs de Hortus. Dan weet je dat je oud wordt.

Ik zou nog wel eens een gedicht willen schrijven over:

individuele Leidenaren, om zo een dwarsdoorsnede van de stad te maken. Er is namelijk niet één Leiden. Ik heb het gevoel alsof ik wel honderd verschillende versies van de stad heb meegemaakt sinds ik hier woon! Als ik nu door de Hooigracht loop, voelt het niet als dezelfde Hooigracht van acht jaar geleden. En dat komt niet door de wegwerkzaamheden, maar door de mensen die ik heb leren kennen. Hoe mooi zou het zijn om door de ogen van stadsgenoten te kijken die je normaal niet ontmoet? Ik zie hier een mogelijke samenwerking met de stadsfotograaf die de desbetreffende personen vastlegt. En dat die portretten door de stad komen te hangen, met een gedicht erbij dat hun versie van Leiden overbrengt.

Als stadsdichter van Leiden wil ik:

Als stadsdichter van Leiden wil ik tegelijk een ambassadeur zijn van de stad en ambassadeur van de poëzie. Leiden is de mooiste stad van de wereld en een onuitputtelijke bron van inspiratie. Het is een eer om een gedicht te schrijven voor de stad, maar ook een grote vreugde om liefde voor poëzie over te brengen, bijvoorbeeld door langs te gaan bij scholen en te dichten met de kinderen van Leiden.

Mijn lievelingsplek in Leiden is:

Mijn lievelingsplek in Leiden is het Singelpark. Het voelt een beetje als valsspelen, omdat het Singelpark zoveel prachtige locaties verbindt: het Plantsoen, de Sterrenwacht, de Morspoort, en zoveel meer. Maar ik ben de afgelopen maanden verslingerd geraakt aan het Singelpark zelf, omdat het net een ideaal hardlooprondje is voor mensen met mijn conditie.

Ik zou nog wel eens een gedicht willen schrijven over:

Ik zou nog wel eens een gedicht willen schrijven over het uitzicht vanaf het parkeerdek op de Hoogvliet. Of misschien Leiden gezien door een meeuw vanuit de lucht. Of vanuit een drone. Leiden heeft veel plekken die van zichzelf al zo poëtisch zijn dat het bijna aanmatigend voelt daar over te dichten. Denk maar aan de Hooglandse Kerk, de Burcht, de begraafplaats Groenesteeg en nog zoveel meer. Maar het uitzicht over de hele stad en een blik op een fragment van alle 125000 verhalen die zich daar tegelijkertijd afspelen, dat zou ik willen vastleggen.

Als stadsdichter van Leiden wil ik:

Als stadsdichter van Leiden wil ik weer verwonderd worden door mijn

eigen stad. Als ik met mijn zoontje (1 jaar) door Leiden loop dan kan hij minutenlang enthousiast kijken naar het rode mannetje van het stoplicht en luisteren naar het getik. Hij blijft staren naar de wapperende vlaggen op het Rapenburg en de baggeraar in de gracht. Het zijn zaken waar ik nooit eerder bij stilstond en die ik nu wel zie, omdat híj het ziet. Poëzie zit voor mij in de andere kijk van een 1-jarige.

 

Als stadsdichter wil ik in contact komen met mensen uit verschillende leeftijdscategorieën. Steeds een verschil van 7 jaar (0-7, 7-14, 14-21, … 70-77 etc..).

Ik hoop dat ze mij plekken laten zien waar ze graag komen en dat ze mij hun verhalen, herinneringen en anekdotes vertellen. Zij laten mij Leiden zien zoals ik Leiden nog niet eerder heb gezien. Zij worden mijn gids.

De verwondering en de observaties die ik onderweg tegen ga komen zullen mij inspireren om gedichten te schrijven. Mijn gedichten worden géén portretten van deze mensen, maar het wordt een portret van onze stad. Een portret gemaakt door verschillende generaties. Leiden in het hier en nu, in het verleden en de toekomst.

Mijn camera zal overigens niet stilliggen en ik zal regelmatig foto’s plaatsen bij mijn gedichten.

(Geïnspireerd op de docu Up Series van Michael Apted).

 

Mijn lievelingsplek in Leiden is:

../was Old School (Pieterskerkplein)

Ik zou nog wel eens een gedicht willen schrijven over:

Zie antwoord op vraag 1.