Jaap van Lakerveld

Het schrijven van gedichten, rijmpjes en verzen zit Jaap in het bloed. Zijn vader deed het. Sinterklaas was zijn belangrijkste held. Later kwamen Trijntje Fop, John O’Mill en Daan Zonderland erbij. Teksten van liedjes en cabaret bleven als vanzelf in zijn hersenpan steken. Pas als student begon hij zelf te schrijven. Later schreef hij verzen voor een blad van de vakgroep waar hij werkte. Hij maakte liedjes en gedichten voor gelegenheden, feesten, promoties, en jubilea. Iemand raadde hem aan eens wat op te sturen aan het tijdschrift ‘De Tweede Ronde’. Vijf gedichten werden geplaatst. Af en toe zijn er sindsdien verzen van hem geplaatst in bundels of tijdschriften. Inmiddels voelt hij zich een dichter. Hij schrijft teksten, gedichten en ook nog altijd nonsens rijmpjes.